De kunst en het belang van je adem inhouden

Stel je voor: je adem inhouden, waarom zou je dat doen? En wanneer precies? Na een diepe inademing, of juist na een rustige uitademing? En hoe lang houd je dan vast? Misschien klinkt het gek, maar het tijdelijk niet ademen heeft verrassend veel voordelen.

Waarom je adem inhouden?

In feite is het een oefening voor gevorderden. Misschien herinner je het nog wel van vroeger, die ademwedstrijden onder water, waarbij je steeds die prikkel voelde om naar lucht te happen. Dat komt door een toename van CO2, niet door een tekort aan zuurstof. Veel mensen hebben zichzelf getraind om al bij een kleine hoeveelheid CO2 de drang te voelen om te ademen. Een van de grootste voordelen van af en toe je adem inhouden is dan ook het opbouwen van een betere CO2-tolerantie. Door rustig je adem vast te houden na een uitademing, train je je lichaam om minder gevoelig te zijn voor CO2-schommelingen. Je ademhaling wordt onbewust efficiënter en rustiger.

De kracht van je adem inhouden

Er zit een bijzondere waarde in dit ‘adempauze-moment’. Wanneer je je adem langere tijd inhoudt, gebeuren er in je lichaam een heleboel dingen: chemische reacties, emoties en intense lichamelijke driften komen naar boven. Door juist op zo’n moment ontspannen te blijven, kun je barrières doorbreken en spanning loslaten. Emoties die al tijden vastzaten, kunnen naar de oppervlakte komen en worden verwerkt. Zo is het inhouden van de adem niet alleen een fysieke oefening, maar ook een emotionele reset.

De sensaties die het vastzetten van de adem oproept, helpen je om jezelf beter te begrijpen. Op die momenten ontdek je wat er écht speelt. En in die confrontatie zit ook bevrijding. Het mooie is dat je lichaam tijdens een pauze in de ademhaling op verschillende manieren compenseert, onder andere door tijdelijk meer bloed naar je hersenen te sturen. Onderzoekers hebben ontdekt dat dit bloed zelfs tot 300 procent toeneemt, waardoor je brein kortstondig wordt overspoeld met extra zuurstof.

Hoe kun je je adem inhouden?

Er zijn meerdere manieren om te oefenen. Je kunt bijvoorbeeld je adem inhouden na een volledige inademing, of juist na een rustige uitademing. Misschien wel de meest effectieve manier is om het na een uitademing te doen en steeds iets langer vast te houden. De eerste keer dat je de drang voelt om in te ademen, noem je een ‘comfortabele pauze’. De tweede, sterkere drang heet de ‘gecontroleerde pauze’. En als je wacht tot het moment dat je bijna niet meer kunt, heb je de ‘maximale pauze’ bereikt. De truc is om die eerste comfortabele pauze geleidelijk iets op te rekken, bijvoorbeeld met een paar seconden per week. Zo bouw je stap voor stap je CO2-tolerantie op.

Tolerantie ontwikkelen

Door het ademhalen even uit te stellen, leer je jouw ‘luchthonger’ te herkennen en te beheersen. Uiteindelijk voel je je minder gejaagd in je ademhaling. Je leert niet tegen de ademdrang in te vechten, maar om er ontspannen mee om te gaan. En als je merkt dat je steeds iets langer die rustige pauze kunt vastpakken, zie je dat jouw ademhaling rustiger en stabieler wordt.

Sommige technieken vragen ook om je adem vast te houden na een inademing, waarbij je je keel open en ontspannen houdt. Dit noemen we een ‘zwevende pauze’. In plaats van lucht vast te zetten, houd je het lichaam ontspannen, alsof je ademhaling blijft stromen. Zo oefen je de adem stil te laten, zonder enige inspanning.

Maak het een spel

Je adem inhouden is ook een verrassend speelse oefening. Je kunt het combineren met meditatie, visualisatie of beweging, en het wordt zo een soort ontdekkingstocht in jezelf. Met een ontspannen en open houding kun je allerlei effecten op je lichaam ervaren en zelfs het verschil merken in je energie. Wil je dit onder begeleiding verkennen en ontdekken wat er allemaal mogelijk is met je adem? Het is de moeite waard om het eens te proberen!

Meer leren over de kracht van je ademhaling?